Bijles door leeftijdsgenoten in de wiskunde heeft academische voordelen opgeleverd op veel onderwijsniveaus, van kleuterschool tot hoger onderwijs. Uit recente literatuuroverzichten en meta-analyses blijkt echter dat leerlingen meer winst boeken in het basis- of basisonderwijs (leeftijd 7–12 jaar) dan in het secundair onderwijs of de middelbare school en de middelbare school (leeftijd 13–18 jaar). Deze studie onderzocht de effecten van peer-tutoring op de wiskundeprestaties van leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs in vergelijkbare settings. 89 studenten uit het eerste, vierde, zevende en negende leerjaar namen deel aan het onderzoek. De opzet van dit onderzoek was quasi-experimenteel met pretest-posttest zonder controlegroep. De statistische analyse meldde significante verbeteringen voor zowel het basisonderwijs als het secundair onderwijs. Uit de vergelijking tussen deze opleidingsniveaus bleek dat er geen significante verschillen waren in de verhogingen van de cijfers van de leerlingen. De globale effectgrootte die voor de ervaring werd gerapporteerd, was die van Cohend = 0,78. De belangrijkste conclusie is dat Peer Tutoring in Mathematics vergelijkbare academische voordelen rapporteert voor zowel het basisonderwijs als het secundair onderwijs.
De belangrijkste conclusie is dat Peer Tutoring in Mathematics vergelijkbare academische voordelen rapporteert voor zowel het basisonderwijs als het secundair onderwijs. Die voordelen zijn meestal significant en moeten door beoefenaars in het veld worden overwogen, gezien hun bewezen efficiëntie. Hoewel eerdere literatuur en recensies en meta-analyse grotere effectgroottes rapporteerden voor studies in het basisonderwijs dan voor studies in het secundair onderwijs, rapporteerde deze studie bijna identieke effectgroottes voor beide onderwijsniveaus in vergelijkbare settings
Voor het eerst gepubliceerd op 2 juni 2020